De meest recente gegevens van de Copernicus dienst voor klimaatverandering laten zien dat 2020 wereldwijd op gelijke hoogte komt met het warmste jaar ooit gemeten, en daarmee het warmste decennium ooit afsluit. Ook in 2020 zijn de CO2 -concentraties blijven stijgen.
De Copernicus dienst voor klimaatverandering (C3S) heeft bekendgemaakt dat 2020 wereldwijd op gelijke hoogte kwam met 2016, dat voorheen als warmste jaar ooit bekend stond. Daarmee was 2020 het zesde jaar in een reeks buitengewoon warme jaren sinds 2015 en was 2011 – 2020 het warmste decennium ooit gemeten. Europa beleefde haar warmste jaar ooit, 0,4 °C warmer dan in 2019, dat voorheen te boek stond als warmste jaar. Samen met de Copernicus atmosfeermonitoringsdienst (CAMS) meldt C3S ook dat de CO2-concentraties in de atmosfeer bleven stijgen met zo’n 2,3 ppm/jaar, en dat ze in mei 2020 een maximum bereikten van 413 ppm. Zowel C3S als CAMS zijn in opdracht van de Europese Unie opgezet door het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Middellange Termijn (ECMWF) en zijn gefinancierd door de Europese Unie.
Decadale gemiddeldes voor de wereldwijde luchttemperatuur op een hoogte van twee meter en de geschatte verandering sinds de pre-industriële periode volgens verschillende datasets: ERA5 (ECMWF Copernicus dienst voor klimaatverandering, C3S); GISTEMPv4 (NASA); HadCRUT5 (Met Office Hadley Centre); NOAAGlobalTempv5 (NOAA), JRA-55 (JMA); en Berkely Earth. Credits: Copernicus dienst voor klimaatverandering/ECMWF.
C3S’s dataset voor oppervlaktetemperaturen laat zien dat:
- 2020 wereldwijd op gelijke hoogte zit met het warmterecord van 2016
- 2020 0,6 °C warmer was dan de standaard referentieperiode 1981-2010, en zo’n 1,25 °C boven de waarden in de pre-industriële periode 1850-1900
- De afgelopen 6 jaar de warmste jaren ooit gemeten zijn
- Europa het warmste jaar in haar geschiedenis kende, met 1,6 ° C boven de 1981-2010 referentieperiode, en 0,4 ° C boven 2019, het vorige warmste jaar
- De grootste temperatuurafwijking van het referentiegemiddelde in 1981-2010 was geconcentreerd boven de Noordpool en het noorden van Siberië, en bedroeg 6 °C boven het gemiddelde.
Verder tonen satellietmetingen van wereldwijde atmosferische CO2-concentraties aan dat:
- het wereldwijde kolomgemiddelde CO2-maximum 413 ppm bereikte
- de concentratie CO2 bleef stijgen in 2020, met 2,3 ± 0,4 ppm, iets onder de groei van het voorgaande jaar
In delen van het Noordpoolgebied en Noord-Siberië zijn in 2020 de grootste jaarlijkse temperatuurafwijkingen waargenomen, met in grote gebieden afwijkingen van maar liefst 3 °C en op sommige locaties zelfs meer dan 6 °C van het gemiddelde over het hele jaar. Op maandbasis bedroegen de grootste positieve temperatuurafwijkingen voor de regio herhaaldelijk meer dan 8 °C. West-Siberië kende een uitzonderlijk warme winter en lente, een patroon dat ook in de zomer en herfst in het Siberische Noordpoolgebied en over een groot deel van de Noordelijke IJszee waargenomen wordt.
Ook was het natuurbrandseizoen in deze regio buitengewoon heftig, met branden die voor het eerst werden waargenomen in mei en de hele zomer tot ver in de herfst aanhielden. Het gevolg hiervan is dat ten noorden van de poolcirkel een recordhoeveelheid koolstofdioxide-uitstoot is gerealiseerd in 2020, met 244 megaton een derde meer dan het record in 2019. Tijdens de tweede helft van het jaar was de omvang van het Arctische zee-ijs aanzienlijk lager dan gemiddeld voor de tijd van het jaar. In juli en oktober werd het laagste zee-ijsniveau bereikt dat in de betreffende maand werd geregistreerd.
Over het algemeen kende het noordelijke halfrond bovengemiddelde temperaturen gedurende het hele jaar, met uitzondering van een gebied boven het centrale deel van de Noord-Atlantische Oceaan. Daarentegen kenden delen van het zuidelijke halfrond temperaturen onder het gemiddelde, met name boven de oostelijke equatoriale Stille Oceaan. Dit werd veroorzaakt door de verkoeling door La Niña die zich in de tweede helft van het jaar voordeed. Het is opmerkelijk dat 2020 het record van 2016 evenaart ondanks het verkoelende effect door La Niña terwijl 2016 zijn recordjaar begon met het opwarmende effect van El Niño.
Jaarlijkse gemiddelden voor de wereldwijde luchttemperatuur op een hoogte van twee meter, geschatte verandering sinds de pre-industriële periode (linkeras) in verhouding tot de periode 1981-2010 (rechteras) volgens verschillende datasets: Rode staven: ERA5 (ECMWF Copernicus dienst voor klimaatverandering, C3S); Punten: GISTEMPv4 (NASA); HadCRUT5 (Met Office Hadley Centre); NOAAGlobalTempv5 (NOAA), JRA-55 (JMA); en Berkeley Earth. Credits: Copernicus dienst voor klimaatverandering/ECMWF.
Europa 2020: warmste jaar ooit geregistreerd
In 2020 kende Europa haar warmste jaar ooit, en in respectievelijk 2019/2020 en 2020 haar warmste winter en herfst. De winter van 2020, dat wil zeggen december 2019 tot februari 2020, overtrof de vorige warmste winter, die van 2016, met bijna 1,4 °C. De herfst (september tot november 2020) heeft het oude record van 2006 met 0,4 ° C verbroken. Ook kende West-Europa eind juli en begin augustus een behoorlijke hittegolf. De volgende vier warmste jaren na 2020 vielen in Europa ook in het afgelopen decennium.
Een volledige en gedetailleerde analyse van het klimaat in Europa zal in april worden gepubliceerd, wanneer Copernicus zijn jaarlijkse European State of the Climate 2020 presenteert. Carlo Buontempo, directeur van de Copernicus dienst voor klimaatverandering (C3S), licht toe: “2020 kenmerkt zich door de uitzonderlijk hoge temperaturen in het noordpoolgebied, en een recordaantal tropische stormen in de Noord-Atlantische Oceaan. Het is geen verrassing dat het afgelopen decennium het warmste was dat ooit is opgetekend, en het herinnert ons eens te meer aan de urgentie van ambitieuze emissiereducties om nadelige klimaateffecten in de toekomst te voorkomen.”
CO2-concentraties blijven stijgen in 2020
Maandelijkse wereldwijde CO2-concentraties van satellieten (bovenste grafiek) en gemiddelde jaarlijkse groeipercentages (onderste grafiek) voor 2003-2020. Bovenste grafiek: kolomgemiddelde CO2 (XCO2) gebaseerd op de C3S/Obs4MIPs (v4.2) geconsolideerd (2003-2019) en CAMS voorlopige, bijna real-time gegevens (2020). De vermelde numerieke waarden in het rood geven de jaarlijkse XCO2-gemiddelden weer. Onderste grafiek: Jaarlijkse gemiddelde XCO2-groeiwaarden afgeleid van de waarden in de bovenste grafiek. De vermelde numerieke waarden komen overeen met de groeisnelheid in ppm/jaar inclusief een schatting van de onzekerheid tussen haakjes. Bron: Universiteit van Bremen voor Copernicus dienst voor klimaatverandering (C3S) en Copernicus Atmosfeermonitoringsdienst (CAMS) uitgevoerd door ECMWF.
Een analyse van de satellietgegevens laat zien dat de kooldioxideconcentraties in 2020 zijn gestegen tot een ongekend wereldwijd kolomgemiddeld maximum van 413,1 ppm. De geschatte jaarlijkse gemiddelde XCO2-groei voor 2020 bedroeg 2,2 ± 0,4 ppm/jaar. Dit is minder dan de groei in 2019, die 2,5 ± 0,2 ppm/jaar bedroeg en ook minder dan de stijging van 2,9 ppm/jaar in 2015 en 2016. 2015 en 2016 werden echter beïnvloed dooreen sterke El Niño, wat resulteerde in een grotere atmosferische groei doordat landvegetatie in die jaren minder atmosferische CO2 opnam en doordat natuurbranden, met name in Indonesië, een grote hoeveelheid CO2 uitstootten. De natuurbranden in het noordpoolgebied en Australië in 2020 waren weliswaar van ongekende omvang in hun regio’s, maar ze vertegenwoordigen slechts een kleine fractie van de wereldwijde branduitstoot.
Vincent-Henri Peuch, directeur van de Copernicus Atmosfeermonitoringsdienst (CAMS), licht toe: “Hoewel de kooldioxideconcentraties in 2020 iets minder zijn gestegen dan in 2019, is dit geen reden voor tevredenheid. Totdat de netto wereldwijde uitstoot tot nul is gedaald, zal CO2 zich blijven ophopen in de atmosfeer en tot verdere klimaatverandering leiden.” Het Global Carbon Project schat dat de CO2-uitstoot door fossiele brandstoffen met zo’n 7% is gedaald door de COVID-19 lockdown-maatregelen. “Of dit een factor was in de lagere totale toename is echter discutabel, aangezien de verschillen in de wereldwijde groeisnelheid worden bepaald door natuurlijke processen. We moeten ons blijven inspannen om de CO2-uitstoot te verminderen om het risico van klimaatverandering te verkleinen”, aldus Peuch.
“De buitengewoonlijke klimaatverschijnselen van 2020 en de data van de Copernicus dienst voor klimaatverandering tonen aan dat we geen tijd te verliezen hebben. We moeten nu als een wereldwijde gemeenschap zorgen voor een transitie naar een netto-nul toekomst. Het zal moeilijk worden, maar de kosten van niets doen zijn te hoog. Dat is waarom de toezeggingen die vallen onder de Europese Green Deal zo noodzakelijk zijn,” besluit Matthias Petschke, directeur Ruimtevaart, directoraat-generaal Defensie-industrie en Ruimtevaart van de Europese Commissie.
Meer informatie over hoe de data tot stand gekomen is:
https://climate.copernicus.eu/annual-summary-2020-notes-editors. Het wachtwoord voor toegang tot deze site is 20C3$20!
Toegang tot de data
Verwerkte tijdreeksgegevens en ruimtelijke gegevens voor de temperatuurafwijkingskaart zijn hier te vinden: https://climate.copernicus.eu/annual-summary-2020-notes-editors. Ook kunnen de gegevens worden gedownload van de Climate Data Store (CDS – cds.climate.copernicus.eu). Gegevens van Copernicus vallen onder de licentie voor het gebruik van Copernicus-producten (v 1.2). Temperatuurgegevenssets van andere providers, die hier ter vergelijking zijn opgenomen, zijn onderhevig aan andere licenties, neem contact op met de betreffende provider voor meer informatie.
De volledige C3S-datasets (ERA5 (1979-2020), ERA5 voorlopig (1950-1978) en “C3S XCO2 data afgeleid van satellietsensoren” (2003-2019) zijn beschikbaar gesteld door het CDS. De volledige ‘’CAMS XCO2 gegevens afgeleid van satellietsensoren’’ is op het moment niet publiekelijk toegankelijk.
Het maandelijkse klimaatbulletin voor december is hier beschikbaar:
https://climate.copernicus.eu/monthly-climate-bulletins