De arbeidsmarkt is in de loop der jaren flink veranderd. Zo zijn we niet meer de hele loopbaan bij dezelfde werkgever in dienst. Waar switchen vroeger nog gezien werd als iets negatiefs, wordt het nu juist gezien – mits je niet té snel en té vaak van baan wisselt – als iets krachtigs. En waar je je vroeger kon opwerken door ervaring op te doen, kom je tegenwoordig bijna niet meer binnen bij een bedrijf zonder papiertje. In tegenstelling tot wat veel HR-trends suggereren, voelt het voor mij als jonge arbeidsmarktbetreder wel alsof er meer waarde wordt gehecht aan een diploma dan ooit. En als je eenmaal een certificaat op zak hebt, is de concurrentie moordend, met name voor hoger opgeleiden.
Zoals ik ook in de podcast al aangaf voel ik als starter grote druk om aan de hoge eisen te voldoen. ‘Het hogere onderwijs’ verwacht dat je naast je voltijdstudie en je sociale leven ook nog extracurriculaire activiteiten hebt ondernomen, zoals commissiewerk bij een studenten(sport)vereniging, een bestuursjaar, vrijwilligerswerk of een studiegerelateerde bijbaan. Doe je dit niet, sta je al snel 1-0 achter op andere sollicitanten. Tijdens je hele studententijd wordt er dan ook door studieadviseurs en loopbaanbegeleiders op gehamerd. Niet gek dat steeds meer studenten lijden onder stress. Maar hoe kun je je als starter nog onderscheiden op de arbeidsmarkt als iedereen dezelfde nevenactiviteiten op zijn cv heeft staan?
Actie ondernemen
Als er iets is dat ik de afgelopen jaren geleerd heb dan is het wel dat die succesvolle carrière waar je altijd al van droomt niet komt aanwaaien. Een stage of baan vind je niet – enkele geluksvogels daargelaten – door op social media een post te plaatsen of door één keer een goede brief te schrijven en die naar tien bedrijven te sturen. Je moet je mouwen opstropen en zelf proactief bedrijven benaderen, vooral in deze tijd nu de banen niet voor het oprapen liggen.
Minstens zo belangrijk is doorzettingsvermogen. Uiteindelijk is het – hoe cliché dan ook – de aanhouder die wint. Het kan namelijk zo zijn dat niet alle sollicitaties vlekkeloos verlopen. Natuurlijk mag je daar even flink van balen, maar ga niet bij de pakken neerzitten. Soms moet je je oorspronkelijke plan bijstellen en misschien een nieuwe route naar die droombaan vinden. Later zal blijken dat dit plan misschien nog beter uitpakte dan het origineel. Zo ook in het geval van mijn stagezoektocht.
Vorig jaar, in mijn laatste studiejaar, wilde ik graag stage lopen in het buitenland. Ondanks het (op tijd) versturen van meer dan 30 brieven en het voeren van meerdere gesprekken, wilde het niet lukken. Zoals dit onderzoek van de Radboud Universiteit al aantoonde, bleek de taal toch soms een barrière te zijn in het sollicitatieproces. Ik besloot mijn zoektocht uit te breiden naar Nederland. Al vrij snel kwam ik via een vriendin terecht bij Bol.com. Totaal iets anders dan waar ik in de eerste instantie naar op zoek was, maar ik heb er geen seconde spijt van gehad. Ik heb daar een fantastische tijd beleefd, nieuwe mensen ontmoet en veel geleerd.
Van vroeger en van nu: bellen
Maar wat is de beste manier om een bedrijf proactief te benaderen? Mijn advies is eenvoudig: niet mailen maar bellen. Bedrijven waarderen het als je zelf initiatief neemt. Dit heb ik zelf ook zo ervaren. Tijdens het afstuderen wilde ik graag een (bij)baan die gerelateerd was aan mijn studie. Vol goede moed heb ik een aantal bedrijven opgebeld en voor dat ik het wist hing ik met onze lieve én enthousiaste collega Anne aan de telefoon. Het balletje is gaan rollen en een week later mocht ik op gesprek komen. Inmiddels ben ik alweer bijna 1 jaar werkzaam bij Wisse Kommunikatie. De moraal van dit verhaal? Soms moet je gewoon de stoute schoenen aantrekken. Als jij ergens van droomt, ga er dan gewoon voor en geef niet op!