In mijn vorige blog had ik het over de neergang van de Nederlandse vakmedia als gevolg van hun snelle vercommercialisering. Kort door de bocht werkt dat zo: door grotendeels in te zetten op betaalde partnerships en sponsored content verarmt de redactionele kwaliteit en verliezen de vakbladen hun positie als betrouwbaar en onafhankelijk informatiekanaal. Daardoor haken de lezers af en op termijn dus ook de ‘contentpartners’.
Ik heb Duitsland altijd beschouwd als een spiegel voor Nederland waar het om de vakbladen gaat. Niet alleen de status van de vakbladen was in beide landen lange tijd vergelijkbaar, maar ook de soort content die gebruikt werd. Onlangs las ik dat de oplage van de vakbladen bij onze oosterburen afgelopen jaar gestegen was – terwijl de totale oplage van alle gedrukte media daalde. Ook de inkomsten van de vakmedia waren met 7,6 % fors gestegen. Met de (verdere) verschuiving van print naar digitaal viel het mee: het aandeel van de inkomsten uit de digitale activiteiten steeg van 41,3 naar 43,8 procent. De inkomsten uit evenementen namen toe met meer dan 40 procent, maar dat is niet verbazend omdat die activiteiten als gevolg van Corona in de afgelopen jaren vrijwel helemaal weggevallen waren. Al met al goed nieuws uit Duitsland dus!
Interessanter was dat ook de beoordeling van de inhoudelijke kwaliteit en de waarde van informatie in de vakmedia verder verbeterde. Maar die trend is niet exclusief voor het domein van de vakbladen. Over het algemeen neemt de behoefte aan professionele ‘gatekeepers’ en informatiekanalen toe, omdat er steeds vaker – en terecht – getwijfeld wordt aan de betrouwbaarheid van informatie.
Andere Duitse studies over informatievoorziening tonen aan dat de mening over de betrouwbaarheid van informatiekanalen verandert. Identieke content wordt per informatiekanaal anders beoordeeld, waarbij de informatie op social mediakanalen het laagst scoort en die in print media het hoogst. Bovendien beschouwt 80 procent van de bevolking informatie die door een redactie is samengesteld c.q. wordt aangeboden als betrouwbaar. Voor social media is dat percentage 57 procent, met een sterk dalende trend.
Voor lezers van vakinformatie is de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de inhoud nog belangrijker. 83% van hen noemt ze zelfs cruciaal, omdat informatie in vakmedia een rol speelt bij beslissingen over investeringen. Dan wil je dus een goed beeld hebben van de verschillende oplossingen en de verschillende aanbieders; niet alleen van de leveranciers die voor de plaatsing van informatie betalen.
Ik weet niet zeker of de uitkomsten van die onderzoeken één op één van toepassing zijn op ons land, maar ik vermoed dat de verschillen niet erg groot zijn. De conclusies laat ik graag over aan de uitgevers en hoofdredacteuren zelf.
Een punt van zorg is de economische situatie, die op dit moment helaas investeringen in de redactionele kwaliteit bemoeilijkt. Door het tekort aan papier, de sterk gestegen kosten van grondstoffen en energie voor het drukken van tijdschriften en de hoge kosten van verzending dreigen er volgens een vertegenwoordiger van de Duitse vakuitgeverijen diverse titels om te vallen. Hij deed een beroep op de Duitse regering om maatregelen te nemen, “omdat het verlies van goede, gedrukte vakmedia schade toebrengt aan de kenniseconomie, de concurrentiepositie en de innovatiekracht van het bedrijfsleven.” Mooier had ik het zelf niet kunnen zeggen.
Theo Snijders