We zitten er weer middenin. De zomer is in volle gang, driekwart van de Nederlanders is op vakantie en de redacties van kranten, bladen, radio en televisie zijn bepaald niet overbezet. Dat zie je ook terug op de voorpagina’s van dagbladen. Een blik op AD.nl bevestigt dat het niet alleen kommer en kwel is eind juli: Artikelen met als titel ‘Oh oh! Insecten hebben topzomer en er komen nóg meer wespen’, ‘Dit is waarom je bij je ijs in een hoorntje soms ook nog een koekje erbovenop krijgt’ en ‘Dag van de lasagne: met deze zes verrassende varianten maak je er iets speciaals van’.
Het is stiekem ook wel lekker dat alle ellende in de wereld een paar weken plaatsmaakt voor meer luchtig nieuws. De zomerperiode is dé tijd in het jaar die ook wel bekendstaat als ‘komkommertijd’. De term gebruiken we al jaren en is bij iedereen bekend. Maar waar komt de verwijzing naar deze groene vrucht van de komkommerplant ‘Cucumis sativus’ eigenlijk vandaan?
Wie benieuwd is naar de oorsprong van bepaalde woorden en uitdrukkingen kan aankloppen bij Genootschap Onze Taal (www.onzetaal.nl). Deze vereniging werd begin jaren dertig opgericht door dertig taalpuristen die zich ernstig zorgen maakten over de toename van het aantal Duitse woorden en constructies in het Nederlands. Het eerste nummer van het tijdschrift Onze Taal kwam uit in 1932. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog was de vereniging vooral actief met het uitbannen van germanismen. Afgelopen decennia groeide het Genootschap Onze Taal flink in aantal leden en werd het vooral een podium voor taalliefhebbers.
Op de website van Onze Taal is een pagina gereserveerd voor de term komkommertijd. Een deel van het verhaal is wel bekend. ‘Komkommertijd is een aanduiding voor de rustige zomerperiode, waarin er weinig nieuws en weinig handel is. Het woord wordt tegenwoordig vooral gebezigd in de media, die er bovendien inhoud aan geven door berichten te brengen die buiten de komkommertijd geen nieuwswaarde zouden hebben. Het komkommerseizoen was voorheen altijd in de zomer – voor de kwekers een drukke tijd, maar in veel andere vakgebieden was er dan juist niets te doen. Omdat die seizoenen samenvielen, werd komkommertijd meer en meer geassocieerd met het gebrek aan nieuws en activiteiten’.
Wanneer het woord voor de eerste keer gebruikt werd, is niet helemaal duidelijk. Onder meer het Engelse ‘cucumber time’ wordt genoemd. Dat werd volgens het Genootschap vroeger in de zomerperiode door kleermakers gebruikt. Waarschijnlijker is een verwijzing naar het Duitse Sauregurkenzeit, dit woord vindt zijn oorsprong in de 18e eeuw. Voor zover bekend werd het woord in de Nederlandse taal voor het eerst gebruikt in 1787. In een van de werken van Multatuli (Eduard Douwes Dekker) kwam ‘komkommertyd’ halverwege de negentiende eeuw ook voorbij. In veel andere talen is het woord bovendien te vinden. In het Noors en Deens (agurk(e)tid), het Duits (Sauregurkenzeit) en het Pools (sezon ogórkowy).
Naar de ware herkomst van het woord blijft het dus gissen. Eén ding is wel zeker: het is een tijd in het jaar waarin iedereen even ‘uit’ lijkt te staan. Het ligt voor de hand dat PR-bureaus hun klanten adviseren om ook gas terug te nemen. Waarom zou je juist nu veel moeite doen om het nieuws te halen?
Bovenstaande is in mijn ogen anno 2022 ernstig achterhaald. Deze gedachte dateert uit een tijd dat alleen papieren versies van kranten en bladen op de deurmat vielen. Juist op vakantie zitten mensen héél veel op hun mobiel te koekeloeren, op de camping in de Ardèche, bij het zwembad in Antalya of op het strand aan de Costa del Sol. Kranten, vakbladen en radio- en tv-programma’s staan bovendien te springen om nieuws en interessante verhalen. Kortom, de kans om de voorpagina te halen is vele malen groter dan buiten de kommerkommertijd. Mijn advies: blijf niet achteroverliggen in je hangmat, maar grijp je kans. Want juíst in juli en augustus is het tijd om te oogsten!