by Theo Snijders

Het gebruik van waterstof wordt al lange tijd een gouden toekomst voorspeld; met name als energiebron voor de aandrijving van auto’s, treinen, schepen en zelfs vliegtuigen. De waterstof wordt in een brandstofcel omgezet in elektriciteit. Door de recente problemen met de levering van aardgas en het streven om in het jaar 2050 zeven miljoen woningen van het aardgas af te halen, is ook de belangstelling voor het gebruik van waterstof in huishoudens toegenomen. De waterstof wordt dan – net als aardgas – verbrand voor het koken of voor de verwarming. Het grote voordeel van waterstof is dat het in principe onbeperkt beschikbaar is.

Onlangs startte in Lochem een pilot, die wereldwijde aandacht kreeg. Daar werd begonnen met de bouw van een installatie die vanaf oktober van dit jaar tien woningen moet verwarmen met waterstof die door de bestaande aardgasleiding wordt aangevoerd. Een nuttig gebruik van de ruim 100.000 kilometer aan aardgasleidingen in ons land speelde ook een rol bij de opzet van de pilot.

De pilot van netwerkbedrijf Alliander is bedoeld om te onderzoeken of waterstof inderdaad een goed alternatief is voor het verwarmen van bestaande woningen, maar ook om in kaart te brengen welke technische voorzieningen noodzakelijk zijn. Aan de pilot ging een onderzoek van drie jaar vooraf, maar de uitkomsten zijn onzeker, omdat er simpelweg weinig ervaring is. En zelfs als de pilot succesvol verloopt, kan het nog vele jaren duren voordat waterstof op grote schaal in de woningbouw kan worden toegepast.

Een mooie opsteker was een praktijktest die onlangs werd afgerond door het consortium H2@Home. Daar werd acht maanden lang een installatie voor de verwarming van een woning getest, die was aangesloten op een bestaand ondergronds waterstofnet.

Conclusie

De conclusie was dat de verbranding van waterstof in een H2-ketel veilig is en dat waterstof inderdaad een veelbelovend alternatief is voor aardgas in de gebouwde omgeving. Wel werd duidelijk dat de geldende wet- en regelgeving en de technische richtlijnen die nu voor aardgasinstallaties in woningen gelden voor het gebruik van waterstof aangepast en uitgebreid moeten worden. Volgens het consortium zijn ook de beschikbaarheid van voldoende groene waterstof en acceptatie door de bevolking belangrijke voorwaarden.